Gisterenmiddag werden er cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt gepubliceerd, en deze lagen redelijk in lijn met de verwachtingen. Loonstrookverwerker ADP meldde 140.000 nieuwe banen in februari, iets lager dan de 150.000 die werden verwacht.

Het aantal openstaande vacatures is in januari met 8,9 miljoen vrijwel gelijk gebleven. Dat wijst nog niet op een duidelijke afzwakking van de arbeidsmarkt (hoewel we onze twijfels hebben over de data), maar de data suggereert ook niet dat de arbeidsmarkt krapper wordt.

Later op de dag verklaarde FED-baas Powell voor een commissie van het Huis van Afgevaardigden dat “de strijd tegen inflatie in de VS nog niet gewonnen is”, maar hij hintte wel op renteverlagingen later dit jaar. Verder verraste hij met de aankondiging dat een plan voor het verhogen van bankkapitaal mogelijk niet door zal gaan.

Beleggers konden de data en toelichting waarderen en zetten de aandelenbeurzen hoger. De laatste keer dat de S&P 500 Index 2% verloor op één dag was 21 februari 2023, en daarmee is dit volgens Bloomberg de langste reeks in zes jaar waarin de belangrijkste beursindex geen enkele dag meer dan 2% is gedaald.

De ECB kwam vandaag met een toelichting, en Lagarde zei dat de ECB ‘meer vertrouwen’ heeft in het bereiken van de inflatiedoelstelling van 2 procent en dat men ‘goede vooruitgang’ boekt om dit doel te bereiken. Maar er zijn wel meer macrogegevens nodig.

Dat wijst er nog niet op dat de ECB in april de rente gaat verlagen. Volgens Lagarde zal men wellicht iets meer weten in april, maar vooral juni wordt belangrijk. Dit is dan ook het moment waarop dat economen de eerste renteverlaging verwachten. De meesten gaan uit van vier renteverlagingen van 25 basispunten dit jaar.