De aandelenbeurs stijgt vrolijk verder. De S&P 500 staat dit jaar al bijna 15% hoger en de Nasdaq 100 al 18% (in dollars). Daarmee lijkt het hosanna op de beurs, met stijgende aandelen. Maar dat valt in de praktijk wel mee. Deze flinke stijging wordt namelijk vooral veroorzaakt door (slechts) enkele uitschieters, met name Nvidia.

Het aandeel Nvidia ging dit jaar al ruim 2,5x over de kop en zo hielp het de S&P 500 verder te stijgen. Vergelijken we de (markt-gewogen) S&P 500, die dus 15% steeg, met de gelijk-gewogen S&P 500 (waar ieder aandeel evenveel weegt), dan steeg de laatste slechts met 4%.

Nvidia droeg al 4% bij aan het rendement van de markt-gewogen S&P 500, evenveel dus als het totale rendement van de gelijk-gewogen S&P 500. Opmerkelijk is dat er meer aandelen op de beurs dalen dan stijgen, en er meer aandelen op het laagste punt staan afgelopen jaar dan op het hoogste punt.

Deze combinatie is sinds 1965 slechts in vier periodes eerder voorgekomen. In 1995 kwam dit voor, alleen steeg de beurs daarna vrolijk verder. In 1999 kwam het drie keer voor, waarna er een flinke daling plaatsvond. Eind 2021 kwam het ook voor, waarna de beurs zo’n 25% daalde.

De grote vraag is natuurlijk wat de beurs nu gaat doen? Gaan we hetzelfde zien als in 1995, een vals alarm en de beurs blijft vrolijk verder stijgen, of hebben de waarschuwingen een voorspellende waarde en gaat de beurs straks (fors) omlaag? Niemand die het zeker weet, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.