Beste abonnee,

Zilver was doorheen de geschiedenis bijna altijd ondergeschikt aan goud. In Mesopotamiƫ en het oude Griekenland werd goud over het algemeen hoger gewaardeerd vanwege de grotere schaarste en het gebruik ervan in onder meer architectuur en kunst. Goud werd geassocieerd met de zon, goddelijkheid en onsterfelijkheid, terwijl zilver vaak werd geassocieerd met de maan.

In Politeia gebruikte Plato metalen als een metafoor om de aanleg van mensen te duiden. Goud, zilver, en ten slotte brons en ijzer symboliseren in deze “mythe van de metalen” het karakter dat iemand eigen is. Goud staat voor de filosofen en leiders, zilver voor de krijgers, en brons en ijzer voor de ambachtslieden en boeren. Deze symboliek werd door Plato gebruikt om de idee van een hiĆ«rarchische, natuurlijke sociale orde te illustreren.

Tot op vandaag zien we hoe zilver vaak ondergeschikt is aan goud. Denk bijv. aan een zilveren en gouden jubileum of aan de zilveren en gouden medaille op de Olympische Spelen. Dat zilver ondergeschikt is aan goud, valt te begrijpen als je de beschikbaarheid van beide edelmetalen als uitgangspunt neemt. De US Geological Survey schat dat er 17,5 keer meer zilver in de aardkorst zit dan goud.

Zilver legt het dus bijna altijd af ten opzichte van goud, maar zo nu en dan waren er periodes in de geschiedenis waarin zilver belangrijker was dan goud. Voordat er grote zilvervoorraden werden ontdekt in Bolivia en Mexico in de 16de eeuw, waren er periodes in Europa waarin zilver hoger werd ingeschat door lagere beschikbaarheid. Hoewel goud ook toen als een luxeartikel werd gezien, was zilver cruciaal voor de economie vanwege z’n rol in dagelijkse transacties en het monetaire systeem.

Zilver had (en heeft) dus zeker z’n waarde, waar ook misbruik van kwam. Machthebbers gingen het zilvergehalte in zilveren munten verlagen, waardoor de kostprijs van de munten goedkoper werd. Door deze praktijken kon men versneld schuld aflossen en oorlogen financieren zonder de belastingen te verhogen. Maar alles heeft zijn prijs en deze inflatie leidde meestal tot een lager vertrouwen in de valuta en veroorzaakte bijgevolg economische instabiliteit.

Niet alleen machthebbers, maar ook speculanten zoeken wel eens hun heil in zilver. Een bekend voorbeeld is dat van de gebroeders Hunt, die in de jaren 70 zwaar begonnen te investeren in zilver. Zij geloofden dat de Amerikaanse dollar zou verzwakken door inflatie en een gebrek aan vertrouwen in het geldsysteem, en kochten daarom grote hoeveelheden zilver – eerst fysiek, daarna met futures, waarbij ze speculeerden op prijsstijgingen. De prijs van een ounce zilver piekte op 50 dollar, waarna autoriteiten ingrepen en er paniek ontstond onder investeerders. De zilverprijs daalde naar 10 dollar, wat voor enorme verliezen zorgde voor de Hunt-broers.

Er kunnen dus tijden komen van disbalans in vraag en aanbod of marktspeculatie, waardoor de zilverprijs snel kan stijgen of dalen, maar uiteindelijk is zilver in ruime mate aanwezig op deze aarde en ik zou er dus niet al mijn geld op zetten. Desondanks heeft zilver nog steeds z’n waarde en heb ik graag een stukje van dit ‘krijgersmetaal’.

Beste groeten,

Peter Tros