Als laatste van de grote centrale banken is ook de Bank of Japan gestopt met negatieve rentes. Vorige week maakte de bank bekend de beleidsrente te verhogen van -0,1% naar +0,1%. Hoewel op papier niet zo’n hele grote stap, is de renteverhoging contrair aan de aanstaande renteverlagingen van de ECB en de FED.

Dat is enerzijds opmerkelijk, andere banken hinten op renteverlagingen of hebben de eerste stap inmiddels gezet (Zwitserse Centrale Bank), maar anderzijds werd het ook wel eens tijd; terwijl de ECB en de FED al een tijd geleden de rente fors verhoogden, bleef de rente in Japan negatief.

Daar is nu dus een einde aan gekomen. Daarnaast stopt de bank ook met het reguleren van de lange rente en het aankopen van aandelen. Dit werd eigenlijk al eind 2022 verwacht, maar de Japanners bleven voorzichtig en hebben hun tijd genomen.

Hoewel de Bank of Japan niet de eerste was die de rente verlaagde, stonden ze wel wat model voor het monetaire experiment. Het was de eerste centrale bank die o.a. experimenteerde met kwantitatieve verruiming (QE), het kopen van obligaties én, in het geval van Japan, ook aandelen.

Dat had zijn effect op de Yen, die zwakker werd. Met de verandering in het beleid valt het ook te verwachten dat de Yen niet verder verzwakt. De zwakke Yen zorgde wel voor een stimulering van de export van Japanse bedrijven. Dit is ook terug te zien in de koers van de Nikkei, de Japanse aandelenmarkt.

Of we nu het einde hebben gezien van de stijging van de Japanse aandelen, valt nog te bezien. Japanse beursgenoteerde bedrijven hebben netto geen schulden, en er is nog voldoende potentie. Ook zijn er steeds meer buitenlandse beleggers bijgekomen die een alternatief zochten voor de Chinese beurs.