De VIX-index, wat ook wel de angstindex van de aandelenbeurs wordt genoemd, staat weer op het laagste niveau sinds de ‘pandemie’ begon. De VIX meet de verwachte beweeglijkheid van de S&P 500. Hoe hoger de VIX, hoe groter de verwachte beweeglijkheid en hoe hoger de angst in de markt.

In het algemeen is het zo dat de VIX omhoog schiet als de koersen scherp dalen en laag staat als de koersen (rustig) omhoog gaan. Dat de VIX nu zo laag staat, zegt vooral dat er op dit moment geen sprake is van grote koersdalingen.

Er is dus weinig angst in de markt en we zien ook dat de aandelenbeurzen verder stijgen. Een lage VIX kan echter ook een contra-indicator zijn. Een piek in de VIX (zoals begin 2009 en 2020) vanaf zeer lage niveaus (zoals deze nu staat) gaat vooraf aan (of gepaard met) sterke dalingen van de beurs.

Het probleem met dit argument is echter dat de VIX lange tijd op een laag niveau kan staan vooraleer er een forse correctie op de beurs plaatsvindt. De stippellijn laat zien dat het huidige niveau van de VIX ver onder het historisch gemiddelde (oranje) ligt, maar wel op niveaus waar het al langer verbleef.

Vanuit een handelsperspectief is het moeilijk om de VIX te gebruiken om te anticiperen op marktbewegingen. De VIX helpt echter om de zelfgenoegzaamheid van beleggers te meten. De VIX is een functie van de premie die beleggers betalen voor opties.

Als de VIX laag is, is de optiepremie goedkoop en dus een aanwijzing dat beleggers zich niet actief indekken tegen mogelijke verliezen. Deze lage prijs stelt beleggers dus in staat om een goedkope verzekering te kopen voor diegenen die vrezen dat er zwakte in het verschiet ligt.