De populariteit van allerlei ‘duurzame’ beleggingstrends (bijv. duurzaam beleggen, impactbeleggen, en ESG) heeft gezorgd voor veel negatieve reclame rond zogenaamde ‘evil’ stocks. Aandelen van bedrijven die fossiele brandstoffen produceren, evenals allerhande andere ‘foute’ bedrijven, zouden moeten worden vermeden…
De werkelijkheid is natuurlijk wat genuanceerder. “Duurzaam” is niet altijd even duurzaam, de intenties achter de populariteit ervan niet altijd even zuiver, en los daarvan is het nog maar de vraag of de aandelenmarkt zich sterk laat leiden door wat ‘fout’ of ‘niet fout’ zou zijn.
Als een bedrijf goed presteert, wordt het uiteindelijk beloond met een hogere aandelenkoers. Vaak zien we dat tijdelijke negativiteit en misprijzingen uiteindelijk normaliseren, en de kans is groot dat aandelen die tijdelijk worden uitgespuwd (door het product of de dienst) in de toekomst terug floreren.

En alhoewel de beurs de laatste jaren werd gedomineerd door de “Magnificent Seven”, waren de best presterende aandelen de afgelopen 100 jaar niet erg flashy of ‘duurzaam’. Bijvoorbeeld: wie 100 jaar geleden in Altria had belegd, kon een jaarlijks rendement tegemoetzien van ruim 16%.
Altria is het moederbedrijf van Philip Morris, gekend voor tabaksmerken zoals Marlboro en L&M. Een dollar in Altria in 1925 is anno 2025 een kapitaal van 2,6 miljoen dollar (incl. dividenden). Samengestelde interest doet wonderen voor zo’n lange periode.
Wie honderd jaar geleden belegd had in Northrop Grumman, het Amerikaans bedrijf dat een breed scala aan oorlogsmateriaal produceert, had een jaarlijks rendement gehad van 15,82 %. Of we dit bedrijf over honderd jaar nog steeds in de lijst willen zien, is een andere zaak. Maar de cijfers zijn de cijfers.