Beste abonnee,

Op school wordt ons geleerd dat er eerst geld bestond en dat daarna pas schuld kon ontstaan. Dat impliceert dat de aanwezigheid van geld een voorwaarde is voor het ontstaan van schuld, en dat schuld dus een afgeleide zou zijn van geld. Het was de Britse wetenschapper David Graeber die in zijn boek “Debt: The First 5000 Years” betoogde dat het eerder andersom was. Er was eerst schuld en daarna pas geld. Anders gezegd: krediet kwam eerst, munten kwamen veel later.

Dat is eigenlijk logisch als je bedenkt dat iedereen krediet heeft. De een meer dan de ander, maar iedereen heeft het. Dat is eerder een morele uitspraak dan een financiële. Het houdt verband met opvattingen over wat rechtvaardig en wenselijk is. Als ik met een vriend ga dineren en hij betaalt de rekening omdat ik geen geld heb, dan kan ik dat opvatten als een teken dat ik moreel krediet bij hem heb, wat zich uit in een financiële actie (hij betaalt de rekening). De volgende keer zal ik willen betalen, als blijk van waardering en omdat ik dat rechtvaardig vind. Ik vat dat op als een morele verplichting. Kan ik hem niet terugbetalen in geld, dan zal ik een andere manier zoeken om deze morele verplichting in te lossen.

Die verplichting heeft alleen betrekking op onze onderlinge relatie. Op het moment dat onderlinge verplichtingen énkel uitgedrukt worden in geld, verdwijnt echter dat morele karakter uit de onderliggende relaties tussen mensen. Graeber beschrijft in zijn boek hoe morele verplichtingen door de geschiedenis heen werden vervangen door financiële schulden en welke consequenties dat heeft. In het huidige financiële systeem heeft persoonlijk krediet veelal plaatsgemaakt voor onpersoonlijke schulden. Een citaat uit het boek om dat laatste te verduidelijken:

“Een schuld is de verplichting om een bepaalde som geld te betalen. Als gevolg hiervan kan een schuld, in tegenstelling tot elke andere vorm van verplichting, nauwkeurig gekwantificeerd worden. Dit maakt schulden eenvoudig, kil en onpersoonlijk, en dat maakt het weer mogelijk om schulden overdraagbaar te maken.”

Hoewel schuld en krediet vaak hand in hand gaan, kunnen ze ook wel eens uit elkaar lopen. Zo heeft de VS hele hoge schulden, maar heeft het land maar weinig moreel krediet meer. De nationale schuld van het land loopt snel op en nadert de 34 biljoen dollar (34 met 12 nullen erachter), bijna 125% van het bruto nationaal product. Door hun mondiale machtsontplooiing heeft de VS veel vijanden gemaakt, en nam hun morele krediet drastisch af. De VS zal steeds meer moeite hebben om haar schulden te herfinancieren. Daarnaast hebben andere landen steeds minder interesse in Amerikaanse schuldleningen als investering, en steeds meer interesse in echt geld (goud).

Dat is een ontwikkeling die Graeber in zijn boek beschrijft. In de afgelopen 5000 jaar is er een afwisseling geweest van periodes waarin samenlevingen vooral georganiseerd waren rond krediet en periodes waarin geld, met name goud en zilver, de belangrijkste rol speelde. De kredietsystemen overheersten in periodes van relatieve voorspoed en sociale rust, terwijl de rol van geld belangrijker was in periodes van sociale onrust.

We leven momenteel in een periode van onrust. Wie de geschiedenis kent, weet dat het dan belangrijk is om een flinke portie edelmetaal in huis te hebben. Toch zou ik de kracht van het morele krediet niet onderschatten. Uw morele krediet heeft nog steeds waarde bij vrienden, familie, en lokale gemeenschappen. En juist dat zullen we nodig hebben om deze periode goed door te komen.

Beste groeten,

Peter Tros