Beste abonnee,
Politiek is, naast de handel in geheimen, vooral een perceptiespel met als doel het veroveren en behouden van wat in de literatuur bekend staat als de “moral high ground”: de positie van waaruit je met autoriteit beleid kan voeren. Politici weten perfect dat de macht uiteindelijk ligt bij wie door de bevolking als het meest ethisch wordt aanzien, en daar doen ze alles voor. Ik schrijf “uiteindelijk” omdat alle manoeuvres die nodig zijn om die status te verwerven het liefst zo immoreel mogelijk zijn.
Een gewone mens kan zich dat niet voorstellen. Een woord is een woord, en zelfs al betrappen we onszelf zo nu en dan eens op een ethische onzorgvuldigheid, dan nog is bij ons de norm … dat er een norm is. Het idee dat er eigenlijk géén normen zijn – nihilisme pur sang dus – is iets wat ons nooit werd aangeleerd. Wij kregen via het leerstof-klassensysteem een bepaalde ethiek ingeprent waarvan wij redelijk veronderstellen dat die voor iedereen geldt, en dus ook voor de leiders die we verkiezen. Een belangrijk deel van mijn ontwaken was in te zien dat dit helemaal niet het geval is. Sterker nog: het omgekeerde is waar.
Het axioma waarmee je dit soort zaken kan analyseren, is vrij eenvoudig: een goeie politicus is een slechte mens. Wil men zich opwerken in de politiek, dan moet men de capaciteit aan de dag leggen om zo nihilistisch mogelijk te zijn: gaan voor macht, om de macht, zonder enige ethische limieten. Sterker nog: hoe meer men die redelijke limieten overschrijdt, hoe meer men in het centrum van de macht komt te staan. En dat is omdat men de geheimen kent van wie samen met hen over die limieten is gegaan. Tussen politici heerst dan ook een constante neurose van achterdocht – wie verraadt wie eerst, en hoeveel schade zou dat berokkenen?
Er kan dus geen vertrouwen zijn in de politiek, laat staan ethiek of rechtschapenheid. En hoe sneller je dat begrijpt, hoe sneller je ook kan begrijpen dat de ware macht zich verschuilt in wat we de zwarte markt van de politiek kunnen noemen: de vrijmetselarij. Begrijp me niet verkeerd: er is niets mis met de occasionele Rozenkruiser (graad 18) die de alchemie achter kosmische principes probeert te snappen. Ik heb het over het circuit binnen de vrijmetselarij, dat aangestuurd wordt door de spionagediensten, die op hun beurt ten dienste staan van een handvol machtige bankiersfamilies, en niet van de staten (dat is deel van de illusie).
Dat alles mag fictie voor u lijken, maar ik kan u verzekeren: het is heel erg echt. Mensen zoals Anneke Lucas, Chantal Frei, Jeanette Archer en vele anderen kunnen daar honderduit over getuigen. En het is die verborgen wereld, die occulte machinerie, die van achter de schermen zorgt voor bepaalde resultanten, zoals de dood van de Russische dissident Aleksej Navalny op 16 februari 2024. De prodia , helemaal beheerst door dat occulte circuit, zetten alvast een nieuw propagandalijntje op: de volksheld Navalny, die alleen het beste voorhad met Rusland, is nu door een wrede dictator om het leven gebracht.
Maar er is één vraag die ik geen enkele journalist hoor stellen, en die komt van een dieper analyseniveau: “Welk belang heeft Poetin überhaupt bij de dood van Navalny?” Want zeg nu zelf: zou dat niet heel erg stom zijn, gezien Poetin nog geen twee weken eerder een dijk van een interview gaf waarin hij een duidelijke opening maakte naar vrede, en dat bovendien door een kwart miljard mensen werd bekeken? Zou het niet kunnen dat de partijen die belang hebben bij het voortduren van de oorlog in Oekraïne voelden dat ze iéts moesten doen, al is het maar het doden van één van hun eigen agenten?
Want ja, ik verdenk Navalny er inderdaad van een MI6-agent te zijn geweest die geofferd werd in een cynisch spel. Als ik zie hoe zijn ‘vrouw’ (lees: collega-spionne) nu ingezet wordt om de publieke opinie te bespelen, zie ik de verhaallijn al komen: wij moeten gaan vechten tegen Poetin. Maar laat u niet vangen: onafhankelijk van of Poetin een dictator is of niet, het is onze zaak niet. Onze zaak is de vrijheid hier verdedigen, net zoals de Russen dat moeten doen in hun land. Als ze daar al de noodzaak toe zien. Want één ding is zeker: hun vrijheid is een stuk groter dan onder het Sovjetregime – nog zo’n product van diezelfde occulte groepen. Lev Bronstein, iemand?
En ondertussen blijf ik het herhalen, tot het doordringt in het vakkundig gemanipuleerd bewustzijn van eenieder: Pecunia Centralis Delenda Est.
Brecht Arnaert