Vorig jaar was een goed jaar voor de goudprijs. Met een koerswinst van 26% in dollars (in euro’s was de koersstijging zelfs 36%) kwam de koersstijging vorig jaar uit op een negende plek, wat het beste resultaat was in de afgelopen veertien jaar. Maar daarmee was de koek nog niet op.
Gisteren bereikte de prijs van een ounce goud bijna 2.860 dollar, een nieuw record. Waarschijnlijk zijn berichten over een goudtekort de reden voor de stijging. Volgens Reuters kunnen banken en handelaren hun goud minder snel afhalen bij de Bank of England als voorheen, en is de wachttijd opgelopen naar enkele weken:
“Spelers op de Londense goudmarkt zijn aan het ‘racen’ om goud te lenen van centrale banken, na een piek in goudleveringen aan de VS op speculatie van mogelijke importtarieven […] De minimale wachttijd om goud te halen bij de Bank of England is opgelopen tot vier weken. In normale tijden is dat een paar dagen of een week.”
Het goudtekort in Londen lijkt een klassiek voorbeeld te zijn van ons fractioneel gedekte systeem dat tegen zijn beperkingen aanloopt. Het laat tevens zien hoe kwetsbaar deze ‘papieren goudhandel’ kan zijn als de muziek stopt. Dit is de belangrijkste reden waarom wij de voorkeur hebben voor fysiek goud.