De Amerikaanse economie groeide de afgelopen jaren met gemiddeld zo’n 3%. Dat is normaal gezien een prima groeicijfer, maar de vraag is tegen welke kosten. De Amerikaanse staatsschuld groeide namelijk veel harder. Sinds januari 2020 is deze met ruim 50% gestegen.
In tijden van een groeiende economie swingen de Amerikaanse schulden de pan uit. En iemand moet die enorme schuldenberg financieren. Van de totale 35 biljoen dollar aan schulden is ruim 7 biljoen dollar in handen van Amerikaanse overheidsinstellingen, waaronder verschillende pensioenfondsen.
Van de ruim 17 biljoen dollar die overblijft is ruim 66% in ‘Amerikaanse’ handen. Denk hierbij aan Amerikaanse beleggingsfondsen (18%), maar ook de FED heeft een flinke portie (16% of 4,4 biljoen dollar) in handen. Amerikaanse beleggers hebben ruim 3 biljoen dollar in Amerikaanse obligaties (ruim 11%).
Vervolgens zijn het banken, lokale overheden, pensioenfondsen en verzekeraars die de rest van deze 66% hebben gefinancierd. Dat betekent dat buitenlandse beleggers ruim 33% van de Amerikaanse schulden in handen hebben. We wisten al dat China en Brazilië hun holdings hebben teruggebracht.
De Europeanen zijn daarentegen net meer Amerikaans schuldpapier gaan kopen. Het VK (City of London), Zwitserland, en ook België hebben hun positie flink verhoogd. Nu is de algemene wijsheid dat treasuries in tijden van crisis een goede belegging kunnen zijn, maar de keuze van de Chinezen lijkt toch logischer.