Beste abonnee,
We leven in rare tijden waarin veel van wat we aanhielden als waarheid blijkt onwaar te zijn, en vice versa. Consensus wordt aangenomen als waarheid, en iets wat we met de ‘eigen ogen’ gezien hebben, moet wel waar zijn, ook al rijmt het niet met natuurkundige inzichten. De ‘fact-checkers’ brengen ook al geen feiten en de ‘wetenschap’, waarin het bedrijfsleven een grote vinger in de pap heeft en het risico op ‘canceling’ bestaat, is ook geen vrije, onbetwistbare bron van waarheid.
Veel ‘kennis’ bestaat uit overtuigingen, meningen en fragmentarische inzichten. Een brei van waarheden en onwaarheden. Daarnaast is de informatie die via onze zintuigen binnenkomt imperfect en soms onbetrouwbaar. De gegevens die we ervaren met onze zintuigen vertalen we in voor ons begrijpelijke woorden en concepten, in metaforen die geen werkelijke relatie hebben met het fenomeen zelf. Waar moeten we dan op varen? Het antwoord is eigenlijk heel simpel: onze intuïtie.
Volgens Plato (ca. 427-347 voor Christus) hebben alle mensen een direct lijntje met de waarheid, ook een ‘ongeschoolde slaaf’. Dit illustreert hij in zijn dialoog Meno, waarin hij Socrates een slaaf die nog nooit van wiskunde had gehoord de stelling van Pythagoras laat bewijzen. Als je maar de juiste vragen stelt en helpt om de reeds aanwezige kennis te onthullen, zoals een vroedvrouw die een geboorte begeleidt en de moeder intuïtief weet wat te doen. De kennis is namelijk al aanwezig volgens Plato: hij stelt dat sommige kennis als een herinnering kan zijn – anamnèsis.
De stelling van Pythagoras vertegenwoordigt en belichaamt een kennis die al in de slaaf aanwezig was. Volgens Plato moet die slaaf die kennis hebben meegebracht uit een vorig bestaan. Deze kennis wordt “a priori” kennis genoemd, wat betekent: van tevoren gegeven, onafhankelijk van de ervaring. Met onze intuïtie komen we bij “de Ideeën”, een soort diepere werkelijkheid ofwel de Waarheid. We hebben volgens Plato kennis van de Ideeën door onze onsterfelijke ziel die voor onze geboorte in de Ideeënwereld de Ideeën heeft aanschouwd. We hebben ze dus ‘ervaren’, maar wij zijn ze weer ‘vergeten’. Door de juiste vragen te stellen kunnen deze weer worden bovengehaald.
In de huidige tijd zou je dat laatste ook kunnen verwoorden met allerlei hippe, spirituele termen als ‘naar binnen gaan’, ‘je ontdoen van alle valse en beperkende overtuigingen’, ‘uit je hoofd en in je hart gaan’, en ‘je verbinden met de bron’. Hoe het ook zij, wij zijn tot veel meer in staat dan we denken, alleen moeten we ons weer verbinden met die onsterfelijke ziel. De ziel die kennis heeft van de Ideeën. Hoe dat dan precies moet is de vraag, maar al doende leert men en ontwikkelt men zich. Letterlijk de wikkel eraf halen.
Aan het werk dus, en besef dat uw kennis ook uit onwaarheden bestaat. Ik probeer me steeds bewust te zijn van mijn ‘beperkte’ financiële analyses, die niet allesomvattend kunnen zijn. In een analyse kwam ik bijv. tot de conclusie dat goud de meest logische financiële asset is voor de basis van ons kapitaal. Financiële assets zijn echter steeds veranderlijk, en de waarde ervan is dus altijd subjectief (of beter: subjectivistisch).
Ons grootste kapitaal is echter niet iets financieels. Wij zijn zelf ons belangrijkste kapitaal. Wij zijn in staat om onze intuïtie te ontdekken en gebruiken, en uiteindelijk kunnen we dit omzetten naar iets materieels, wat in financiële termen kan renderen. Dit brengt me dan weer bij goud, waar ik toch graag een portie van heb. Op dit moment zie ik geen veiligere financiële asset. En als ik fout zit, dan moet ik mijn creatiekracht gebruiken.
Beste groeten,
Peter Tros